Je kunt echt gelukkig zijn met asperger

We kwamen deze week dit artikel van Hilde Postma tegen op de site van De Telegraaf.  Het artikel heeft heel wat reacties losgamaakt en daarom willen we het hier graag delen.

Schrijfster Judith Visser (36), onder andere bekend van het verfilmde boek Stuk!, kreeg begin dit jaar de diagnose asperger. Rijkelijk laat, maar eigenlijk is ze daar wel blij om:'Kinderen worden heel snel met een rugzakje opgezadeld'.

"Ik wil asperger ook eens positief belichten. Autisme en asperger roepen zoveel negatieve associaties op, maar ik heb echt een fijn leven. Ik woon op mijn droomplek, ik doe wat ik wil – schrijven – en met mijn honden en mijn man Michael ben ik ook heel gelukkig. Eigenlijk dacht ik altijd dat ik hoogsensitief was. Mijn hele leven lang ben ik al erg gevoelig voor indrukken: ik kan niet tegen veel of hard geluid en fel licht. Ik heb geen filters, alles komt heel hard binnen."


Foto: Gregor Servais
 "Daarom ben ik het liefst alleen; als ik langer dan een uur in gezelschap verkeer, is het alsof ik geluidsversterkers op mijn brein heb staan. In februari kreeg ik te horen dat ik asperger heb. Het begon allemaal met mijn rijleraar… Ik wilde graag mijn rijbewijs halen, maar ik ben motorisch erg onhandig en kan me maar op één ding tegelijk focussen. Dat viel mijn rijleraar op en hij zei: 'Je moet je eens laten onderzoeken. Misschien zijn er wel pilletjes voor wat jij hebt'.

Via de huisarts kwam ik bij de psycholoog, daar kreeg ik eindeloos veel onderzoeken. Ook sprak hij met mijn vader over hoe ik vroeger was mijn moeder is helaas overleden en uiteindelijk rolde er de diagnose asperger uit. Dat overviel me niet echt. Mijn vriendin van de middelbare school zei altijd al: 'Judith, je bent gewoon autistisch'. Ze had er kijk op. Tegenwoordig geeft ze les aan autistische kinderen, en ze is getrouwd met een autist!"

Onhandig

"De diagnose doet niets aan mijn leven af, en het voegt ook niets toe. Ik blijf gewoon Judith, die haar weg in het leven wel heeft gevonden. Dat komt ook door mijn ouders. Zij lieten mij mijn gang gaan, en daardoor was ik best een gelukkig kind. Ik ging graag met de hond uit om te zwerven en op avontuur te gaan. Verder trok ik me veel terug op mijn kamer. Ik was creatief, tekende veel. Vanaf mijn derde maakte ik een stripverhaal over ene Linda, ik ben daar tot mijn zestiende mee doorgegaan en Linda groeide uit tot een hele familie. Ik las al toen ik twee, drie jaar was, maar motorisch was ik zwaar onhandig.

Foto: Gregor Servais

Ik kon geen rechte lijn trekken en ook mijn veters niet strikken. En ik at als kind vaak alleen op mijn kamer. Aan tafel zitten met andere mensen was te druk voor me. Ook als er bezoek was, zat ik daar nooit bij. Mijn ouders vonden dat goed. Hoewel ze zelf heel sociaal waren, dachten ze: zo is Judith gewoon, die is graag alleen.


Plakken we te snel een etiket op kinderen? Praat mee!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Borderline: “een vastgelopen HSP-er ?”

Vaccinatie - het einde van een mythe

'Als je druk wordt van broccoli, dan eet je dat toch niet?'