Wie niet in de maat loopt krijgt Ritalin
Vandaag deel ik heel graag een posting van het blog http://groeiendbewustzijn.blogspot.com
De ideale jongen is tegenwoordig een meisje en de echte jongen een adhd'er. Dat beweert columniste Aleid Truijens.
Toeval of niet, de afgelopen weken ontmoette ik drie mannen die, sprekend over hun kinderen, de term adhd lieten vallen. Telkens ging het om een zoon. 'Tsja, de jongste gaat niet zo goed op school, hij is een adhd'er.' 'De middelste was thuis niet te harden. Adhd'ertje hè?' 'Die van dertig zit al jaren thuis. Hij wordt, als adhd'er, overal ontslagen.' Telkens werden de zonen niet omschreven als mensen die last hadden van een ongemak, maar simpelweg als 'adhd'er'. De ziekte is een identiteit geworden.
Ziekte? Adhd is geen ziekte, maar een beschrijving van gedrag. Er is geen aanwijsbare medische oorzaak. Wie in een test scoort op symptomen als ongeconcentreerd, druk en beweeglijk, heeft 'het'. Ongelooflijk veel kinderen hebben het. In sommige schoolklassen de helft, vooral jongens.
Hoewel van ziekte geen sprake is, is er een effectief geneesmiddel: Ritalin. Het bestrijdt niet de oorzaken van het gedrag - welke dat ook zijn - maar onderdrukt de symptomen. 'Drukke' kinderen worden op slag rustiger. Het wondermiddel is zo verbluffend dat de verleiding voor ouders en leerkrachten wel erg groot is om aan te dringen op medicatie. De farmaceutische industrie is blij met die miljoenen slikkers. Onbekend is welke effecten dat jarenlange pillen slikken op den duur heeft.
Wanhoop
Er is de laatste tijd veel kritiek op de epidemische toename van adhd. Toch twijfelt niemand aan het bestaan van de symptomen. We kennen allemaal kinderen die geen seconde op hun stoel kunnen blijven, niet lijken te kunnen luisteren en niet langer dan twee seconden zijn geboeid door speelgoed. Jongens, vooral, die zich rollebollend, schreeuwend en vechtend een weg banen over het schoolplein. We kennen ook hun ouders, machteloos vermanend in de supermarkt, en hun zuchtende juf, die de stoorzenders op de gang zet. Begrijpelijke wanhoop.
Vorig jaar was er Laura Bat-stra, een psychologe die haar baan in de kinder- en jeugdpsychiatrie opzegde, omdat zij zich stoorde aan het gemak waarmee kinderen de diagnose adhd krijgen opgeplakt. 'adhd zegt iets over de draagkracht en tolerantie van de sociale omgeving van het kind', zei ze in Trouw. Nog verder ging kinderpsychiater Sjef Teuns - oprichter van de medische kinderdagverblijven, dus niet iemand die gedragsproblemen onderschat. Hij noemde adhd 'een waandiagnose, die de werkelijkheid verdoezelt'. 'Als je niet netjes in de maat loopt', zei Teuns, 'krijg je Ritalin.'
Kwajongensgedrag
En nu is er historica Angela Crott, die een boude bewering over adhd de wereld in slingert. 'Het diagnosticeren van drukke jongens als adhd'er is een uitwas van het burgerlijk beschavingsoffensief dat in de 19de eeuw is begonnen' - zo luidt een stelling bij haar dissertatie. Op 21 december hoopt ze te promoveren op haar onderzoek Van hoop des vaderlands naar adhd'ers. Ik ben benieuwd naar het boek, waarvan ik nu alleen de samenvatting ken. Crott keek in opvoedingsboeken, verschenen tussen 1882- 2005, naar het beeld van jongens. Aan de jongens zélf veranderde in ruim een eeuw niets, concludeert ze. Die bleven altijd hun lawaaiige, bonkige, ravottende, slonzige, impulsieve, opschepperige en hartveroverende zelf. Maar wat een eeuw geleden nog als kwajongensgedrag werd beschouwd, heet nu hinderlijk.
Dat ging sluipenderwijs. Voor 1945 was de jongen nog een 'erfprins des hemels' die nadat hij was uitgeravot een degelijke kostwinner moest worden. Na de oorlog, toen de bevolking in de steden toenam en het ouderlijk gezag taande, werd baldadigheid van jongens (nozems!) vaker als overlast ervaren. De feministen in de jaren '70 bestempelden jongensgedrag als 'agressief'. Vanaf de jaren '80 werd gedrag steeds vaker in psychologische termen beschreven, waardoor er vanzelf meer 'afwijkingen' ontstonden. Bovendien kwamen er meer eenoudergezinnen en stonden er minder mannen voor de klas, waardoor veel jongens een mannelijk rolmodel misten. De nadruk, op school, op zelfstandig werken en zelf-reflectie deed de rest: jongens gingen slechter presteren. De ideale jongen is tegenwoordig een meisje; de echte jongen een adhd'er.
Mooie historische analyse, die goed aansluit bij wat opvoedingsdeskundigen als Louis Tavecchio, Martine Delfos en Micha de Winter erover hebben geschreven. Het wordt nu tijd voor oplossingen en maatregelen. Red de jongen, hij is het waard.
Aleid Truijens is columniste bij de Volkskrant.
De ideale jongen is tegenwoordig een meisje en de echte jongen een adhd'er. Dat beweert columniste Aleid Truijens.
Toeval of niet, de afgelopen weken ontmoette ik drie mannen die, sprekend over hun kinderen, de term adhd lieten vallen. Telkens ging het om een zoon. 'Tsja, de jongste gaat niet zo goed op school, hij is een adhd'er.' 'De middelste was thuis niet te harden. Adhd'ertje hè?' 'Die van dertig zit al jaren thuis. Hij wordt, als adhd'er, overal ontslagen.' Telkens werden de zonen niet omschreven als mensen die last hadden van een ongemak, maar simpelweg als 'adhd'er'. De ziekte is een identiteit geworden.
Ziekte? Adhd is geen ziekte, maar een beschrijving van gedrag. Er is geen aanwijsbare medische oorzaak. Wie in een test scoort op symptomen als ongeconcentreerd, druk en beweeglijk, heeft 'het'. Ongelooflijk veel kinderen hebben het. In sommige schoolklassen de helft, vooral jongens.
Hoewel van ziekte geen sprake is, is er een effectief geneesmiddel: Ritalin. Het bestrijdt niet de oorzaken van het gedrag - welke dat ook zijn - maar onderdrukt de symptomen. 'Drukke' kinderen worden op slag rustiger. Het wondermiddel is zo verbluffend dat de verleiding voor ouders en leerkrachten wel erg groot is om aan te dringen op medicatie. De farmaceutische industrie is blij met die miljoenen slikkers. Onbekend is welke effecten dat jarenlange pillen slikken op den duur heeft.
Wanhoop
Er is de laatste tijd veel kritiek op de epidemische toename van adhd. Toch twijfelt niemand aan het bestaan van de symptomen. We kennen allemaal kinderen die geen seconde op hun stoel kunnen blijven, niet lijken te kunnen luisteren en niet langer dan twee seconden zijn geboeid door speelgoed. Jongens, vooral, die zich rollebollend, schreeuwend en vechtend een weg banen over het schoolplein. We kennen ook hun ouders, machteloos vermanend in de supermarkt, en hun zuchtende juf, die de stoorzenders op de gang zet. Begrijpelijke wanhoop.
Vorig jaar was er Laura Bat-stra, een psychologe die haar baan in de kinder- en jeugdpsychiatrie opzegde, omdat zij zich stoorde aan het gemak waarmee kinderen de diagnose adhd krijgen opgeplakt. 'adhd zegt iets over de draagkracht en tolerantie van de sociale omgeving van het kind', zei ze in Trouw. Nog verder ging kinderpsychiater Sjef Teuns - oprichter van de medische kinderdagverblijven, dus niet iemand die gedragsproblemen onderschat. Hij noemde adhd 'een waandiagnose, die de werkelijkheid verdoezelt'. 'Als je niet netjes in de maat loopt', zei Teuns, 'krijg je Ritalin.'
Kwajongensgedrag
En nu is er historica Angela Crott, die een boude bewering over adhd de wereld in slingert. 'Het diagnosticeren van drukke jongens als adhd'er is een uitwas van het burgerlijk beschavingsoffensief dat in de 19de eeuw is begonnen' - zo luidt een stelling bij haar dissertatie. Op 21 december hoopt ze te promoveren op haar onderzoek Van hoop des vaderlands naar adhd'ers. Ik ben benieuwd naar het boek, waarvan ik nu alleen de samenvatting ken. Crott keek in opvoedingsboeken, verschenen tussen 1882- 2005, naar het beeld van jongens. Aan de jongens zélf veranderde in ruim een eeuw niets, concludeert ze. Die bleven altijd hun lawaaiige, bonkige, ravottende, slonzige, impulsieve, opschepperige en hartveroverende zelf. Maar wat een eeuw geleden nog als kwajongensgedrag werd beschouwd, heet nu hinderlijk.
Dat ging sluipenderwijs. Voor 1945 was de jongen nog een 'erfprins des hemels' die nadat hij was uitgeravot een degelijke kostwinner moest worden. Na de oorlog, toen de bevolking in de steden toenam en het ouderlijk gezag taande, werd baldadigheid van jongens (nozems!) vaker als overlast ervaren. De feministen in de jaren '70 bestempelden jongensgedrag als 'agressief'. Vanaf de jaren '80 werd gedrag steeds vaker in psychologische termen beschreven, waardoor er vanzelf meer 'afwijkingen' ontstonden. Bovendien kwamen er meer eenoudergezinnen en stonden er minder mannen voor de klas, waardoor veel jongens een mannelijk rolmodel misten. De nadruk, op school, op zelfstandig werken en zelf-reflectie deed de rest: jongens gingen slechter presteren. De ideale jongen is tegenwoordig een meisje; de echte jongen een adhd'er.
Mooie historische analyse, die goed aansluit bij wat opvoedingsdeskundigen als Louis Tavecchio, Martine Delfos en Micha de Winter erover hebben geschreven. Het wordt nu tijd voor oplossingen en maatregelen. Red de jongen, hij is het waard.
Aleid Truijens is columniste bij de Volkskrant.
Reacties
Een reactie posten