Begrijpen we elkaar eigenlijk wel?
Vandaag wil ik heel graag een blog post met je delen van Karina Zegers de Beijl uit haar blog Hooggevoelig is niet raar.
Communicatie met anderen is één van mijn grootste uitdagingen! Omdat ik opgegroeid ben in een gezin dat volledig bestond uit hooggevoeligen, was mondelinge communicatie bij ons thuis blijkbaar niet zo'n prioriteit. Met andere woorden: voor mijn ouders kon ik niet zo veel wegstoppen, ze hadden het zonder woorden ook wel door :-)
Nu mijn moeder langzaam richting 80 schuift, ben ik nog steeds voor haar een open boek. En ook met mijn puberdochter zit ik op hetzelfde niveau.
Dus waarom loopt die communicatie met de 'normale' buitenwereld dan zo stroef?
Geniet van de blog post van Karina.
Communicatie met anderen is één van mijn grootste uitdagingen! Omdat ik opgegroeid ben in een gezin dat volledig bestond uit hooggevoeligen, was mondelinge communicatie bij ons thuis blijkbaar niet zo'n prioriteit. Met andere woorden: voor mijn ouders kon ik niet zo veel wegstoppen, ze hadden het zonder woorden ook wel door :-)
Nu mijn moeder langzaam richting 80 schuift, ben ik nog steeds voor haar een open boek. En ook met mijn puberdochter zit ik op hetzelfde niveau.
Dus waarom loopt die communicatie met de 'normale' buitenwereld dan zo stroef?
Geniet van de blog post van Karina.
Hoe komt het toch dat we elkaar zo vaak niet begrijpen? Spreken we dan niet dezelfde taal? Vanuit het Engels overgewaaide uitspraken als ‘Welk deel van nee begrijp je niet?’ wijzen erop dat zelfs een simpel ja of nee niet altijd overkomt zoals de spreker dat bedoelt en ook zou wensen, natuurlijk.
Om te beginnen is het zo dat de meeste mensen wel eens ja zeggen als ze nee bedoelen. Dat er ‘ja’ over je lippen komt wil nog niet zeggen dat je ook ‘ja’ denkt. Als je ‘ja’ zegt en ‘nee’ denkt, zit het er dik in dat je lichaam ‘nee’ tot uitdrukking brengt. Als we bedenken dat uit onderzoek is gebleken dat een boodschap slechts voor iets van 30% uit verbale taalinhoud en maar liefst voor 70% uit lichaamstaal bestaat, zal duidelijk zijn dat je als ontvanger vooral de denkversie van iemands boodschap meekrijgt en niet zozeer wat hij nu feitelijk zegt. Als je dan ook nog HSP’er bent, is de kans heel erg groot dat de lichamelijke mededeling of de werkelijke intentie van de spreker, voor jou nóg zwaarder weegt dan voor iemand met een doorsnee gevoeligheid.
Het gaat nog verder. Niet alleen ‘luistert’ de ontvanger dus meer naar iemands lichaamstaal, hij luistert ook nog eens door zijn eigen filters. Misschien wíl je juist wel ‘ja’ horen, of juist ‘nee.’ Misschien verwácht je ‘ja’ te zullen horen, of ga je er zondermeer van uit dat iemand ‘nee’ zal zeggen. Tel het effect van de filter op bij de intentie achter de gesproken taal en je hebt een conflict. Zo simpel is dat.
‘Oké, oké, hij zei dan wel nee, maar ik weet dat hij in werkelijkheid ja bedoelde.’ Wie HSP’er is en dit leest kent zo’n soort uitspraak misschien wel van zichzelf. Je zult de eerste niet zijn. Invullen voor de ander is de meeste HSP’ers niet vreemd. Je hebt geleerd op je intuïtie te vertrouwen, en hoewel je daar in de regel goed mee zit, kunnen je de plank ook behoorlijk mis slaan. Of misschien zit je er níet naast, maar om zomaar iets voor iemand anders in te vullen is doorgaans toch niet zo’n best idee. In zo’n geval kun je beter even checken. ‘Ik hoor je nee zeggen, maar op de een of andere manier heb ik het gevoel dat je ergens toch ja bedoelt. Klopt dat, of vergis ik mij?’ Helderheid, vragen om verduidelijking kan heel wat misverstanden of erger voorkomen.
Vreemd genoeg kost het moeite om zo’n vraag te stellen. Ik heb het gevoel dat mensen zich schamen. Wat ik in dat opzicht vanuit mijn coachingpraktijk opmerk, is dat een HSP’er dat soort vragen lastig vindt. ‘Ja hoor, als ik dat vraag vinden ze me natuurlijk stom,’ zei Hannah. ‘Ik ben wel gek, dát ga ik niet vragen. Dan denken ze dat ik doof en achterlijk ben,’ reageerde Jordi toen ik hem voorstelde om dit soort vragen tot een gewoonte te maken. Zowel Hannah als Jordi waren bij me gekomen om beter om te leren gaan met hun hooggevoeligheid. Tijdens de coachingsessies kwam naar voren dat ze, zoals de meeste HSP’ers, snelle invullers waren. Daarbij waren ze ook onzeker en bang om fouten te maken, en wilden ze dat natuurlijk op geen enkele manier laten blijken. Hannah was vooral onzeker in haar persoonlijke relaties, terwijl Jordi, die op een succesvol advocatenkantoor werkt, er alles voor over had om partner te mogen worden, waardoor hij doodsbang was om op wat voor manier dan ook de indruk te wekken dat hij traag van begrip zou zijn, want een succesvolle advocaat is immers flitsend en snel. Zowel Hannah als Jordi raakten vaak betrokken bij misverstanden en conflicten, en ze begrepen niet hoe dan kon, immers, niemand was zo gesteld op vrede en harmonie als zij. Pas toen ze tot het inzicht kwamen dat je als HSP’er uitermate voorzichtig moet zijn met dat invullen, én dat het HSP-eigen is om een zwak zelfbeeld te hebben, konden ze aan de slag met de oefeningen die ik hen gaf. Ze leerden anders op hun intuïtie te vertrouwen waardoor ze zich zekerder gingen voelen. Wat ze ook gingen beseffen was dat vragen om verduidelijking juist een goed idee is – voor henzelf, maar ook voor degene die je een bepaalde boodschap wil overbrengen. Geen mens zal je dom vinden omdat je iets graag helemaal wilt begrijpen.
En degene die zich volledig mag uitspreken zal zich bovendien helemaal begrepen voelen.
Niemand is gebaat bij een nare stemming, bij misverstanden of conflicten. Duidelijkheid nastreven is een goede manier om dit soort narigheid te voorkomen. Begrijpen en begrepen worden, dat is waar het uiteindelijk allemaal om draait.
Reacties
Een reactie posten