Hebben die pubers dan geen hersenen?
Vanochtend hadden we een hele toffe vergadering met het Mannaz kernteam en een nieuwe coach die 'solliciteerde'. Het werd een heel aangename brainstormsessie met eenverrassend einde :-)
Dus ... een post over 'pubers' (en dan nog niet eens over hooggevoelige)
Artikel met dank aan 'Klasse'.
Je puber schiet alleen in gang als hij er geld voor krijgt? Hij gedraagt zich sloom en lui. Je ergert je rot aan dat pubergedrag? Vervloek niet langer zijn hormonen. “De hersenen zijn de hoofdschuldige”, schrijven Huub Nelis en Yvonne van Sark in ‘Puberbrein binnenstebuiten’. “Hersenen ontwikkelen zich tot een jongere 25 is.” Dat verklaart twaalf ergernissen over pubers.
Ergernis 1: Pubers kunnen niet plannen!
“De verschillende hersengebieden ontwikkelen zich niet tegelijk en in hetzelfde tempo. Pubers hebben daardoor moeite met vaardigheden waarvoor ze verschillende hersengebieden nodig hebben: zoals plannen, vooruitkijken, ordenen…”
Ergernis 2: Je bent zo’n grote meid, waarom reageer je dan zo kinderachtig?
“De ontwikkeling van de hersenen gebeurt trager dan de lichamelijke en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Een jongere kan dus een volwassen lichaam hebben maar toch nog ‘kinderachtig’ denken.”
Ergernis 3: Ze zien reclame voor een iPod op tv en de volgende dag hebben ze hem al gekocht.
“Hun hersenen en dan vooral de prefrontale kwab zijn nog niet volgroeid. En net die prefrontale kwab zorgt ervoor dat pubers zich kunnen beheersen. Door het gebrek aan zelfbeheersing zijn ze heel impulsief. Eerst doen, dan denken.”
Ergernis 4: Hij weet soms met zijn lijf geen blijf!
“De groeispurt duurt ongeveer vier jaar. In die tijd groeien pubers zo snel (jongens tot wel negen centimeter per jaar) dat hun hersenen het niet altijd kunnen bijhouden. Hun lengte verandert, maar ook hun zwaartepunt en evenwicht verschuiven. Gevolg: ze komen onhandig over en lijken werkelijk overal tegen aan te botsen.”
Ergernis 5: Je hebt toch hersenen gekregen? Gebruik ze dan!
“De hersenomvang van een kind van zes jaar is al 95 procent van die van een volwassen brein. Maar omvang zegt niets over het functioneren. Net zoals een kind soepel moet leren bewegen, moet een jongere soepel leren denken. Pas rond zijn 25ste zijn de hersenen van een jongere ‘klaar’.”
Ergernis 6: Waarom blijven ze toch aanmodderen met dat groepswerk voor aardrijkskunde?
“Pubers nemen traag informatie op en kunnen nog niet goed probleemoplossend denken. Dat komt omdat in het begin van de pubertijd nog niet alle verbindingen tussen de hersencellen zijn gelegd. Ze hebben al wel voldoende hersencellen (de grijze stof), maar de myeline (de witte stof) die bepaalt hoe snel signalen van cel naar cel worden gestuurd, moet nog sterk toenemen.”
Ergernis 7: Je wil later in een labo werken. Waarom span je je dan niet meer in voor chemie?
“De prefrontale kwab van de hersenen regelt de samenwerking tussen verschillende hersengebieden en wordt daarom soms ‘de topmanager van het brein’ genoemd. Maar het is net een van de hersenonderdelen die het langst ‘under construction’ zijn. Daardoor hebben pubers last met abstract denken en het maken van weloverwogen keuzes.”
Ergernis 8: Als ik je tien euro beloof, dan kan je wél voor een toets leren.
“Pubers zijn erg gevoelig voor beloning, maar lijken immuun voor een dreigende straf. De hersengebieden die hun emoties regelen zijn sneller gevormd dan de gebieden die pubers doen nadenken. De prefrontale kwab zou die gebieden in evenwicht moeten brengen (eerst nadenken dan doen!) maar die kwab ontwikkelt zich pas laat.”
Ergernis 9: Merk je dan niet dat je zus verdrietig is, laat haar met rust!
“Tieners hebben last met het beoordelen van de gezichtsuitdrukking van anderen. Daarvoor is opnieuw de traag ontwikkelende frontaalkwab verantwoordelijk. Volgens onderzoekers van de universiteit van Londen neemt het vermogen om sociale signalen en emoties (vooral woede en verdriet) te herkennen bij jongens en meisjes tussen 12 en 14 jaar tijdelijk af.”
Ergernis 10: Hij lijkt enkel maar uit op kicks met zijn snowboard.
“De hormonen gieren door hun lijf en zorgen voor sterke stemmingswisselingen. De behoefte aan kicks is groot. Een beloning in het hier en nu (lekker doorfeesten, ook al had je al thuis moeten zijn) is veel aantrekkelijker dan een beloning straks (geen ruzie met je ouders).”
Ergernis 11: De meisjes in zijn klas zijn al volwassen, hij en zijn vrienden zijn nog echte pubers.
“De hersenen van meisjes rijpen twee tot vier jaar eerder dan die van jongens, dat verklaart misschien ook waarom zoveel jongens falen op de secundaire school en de universiteit.”
Ergernis 12: Hij geraakt nooit uit zijn bed en zit volgens zijn leraar elke ochtend suf in zijn bank.
“Negen op de tien pubers hebben last van een verschuivend bioritme. Rond het vijftiende levensjaar wordt de interne klok van een jongere ongeveer anderhalf uur achteruitgezet. De melatonine in hun hersenen (de stof die slaap oproept) gaat pas later werken. Pubers zijn ’s avonds niet in bed te krijgen, ’s ochtends krijg je ze er niet uit. Een proefwerk om acht uur ’s ochtends is voor pubers dus geen goed idee.”
TOCH HEEFT PUBERGEDRAG OOK ZIN
- Pubergedrag heeft biologisch gezien zin: ze worden klaargemaakt voor de voortplanting. Het afzetten tegen de ouders, het gezin en de eigen omgeving voorkomt dat de voortplanting in de eigen kring zal plaatsvinden.
- De balans tussen emotie en rationeel denken is zoek bij pubers. Dat zorgt er voor dat jongeren op zoek gaan naar nieuwe dingen, naar onafhankelijkheid, naar hun eigen rol binnen een groep. Neurobioloog Dick Swaab zegt het zo: “De puber moet het veilige eigen nest uit en in een nieuwe omgeving zijn eigen onafhankelijke leven beginnen. Als hij zorgvuldig alle risico’s af zou wegen, zou hij dat nooit doen.”
- De tijd tussen het vijftiende en het vijfentwintigste levensjaar is het moment om uit te blinken in muziek, sport of wetenschap. Voor die taken extra is een flexibel brein een voordeel.
- Bij de mens duurt het jaren tot we geslachtsrijp en volwassen zijn. Dat geeft de hersenen alle tijd om de intelligentie te bereiken die ons onderscheidt van de apen.
Puberbrein binnenstebuiten – wat beweegt jongeren van 10 tot 25 jaar? – Huub Nelis en Yvonnen van Sark, Kosmos uitgevers.
Reacties
Een reactie posten