E r waren eens een prins die zo graag een prinses wilde hebben, maar het moest een echte prinses zijn. Toen reisde hij de hele wereld rond om er een te vinden, maar overal kwam er iets tussen. Prinsessen waren er genoeg, maar of het echte prinsessen waren, daar kon hij nooit helemaal achter komen, altijd was er iets dat niet helemaal in de haak was. M aar op een dag stond er een meisje aan de poort. Lieve hemel, wat zag ze eruit door de regen en het noodweer! Het water liep uit haar kleren en haren, bij de punt van haar schoen liep het erin en bij de hiel er weer uit; zij zei dat ze een echte prinses was. Ja, daar zullen we wel achter komen! dacht de oude koningin, maar ze zei niets. Ze ging haar slaapkamer binnen, nam al het beddengoed weg en legde een erwt op de bodem van het bed, nam toen twintig matrassen, legde die boven op de erwt en toen nog twintig veren bedden boven op de matrassen. Daar moest de prinses nu 's nachts op liggen. 's Morgens vroegen ze hoe ze...
Reacties
Een reactie posten